bijl. nr. 300
w*
Do "oudo" kringen'Breda en Tilburg hebben in gezameli jk overleg van het begin
af tijdens de onderhandelingen inzake de liquidatie van de vleeskeuringskring
Oosterhout verzet aangetekend tegen het overnemen van liquidatiekosten omdat
zij van mening waren, dat zij de omvang van die k03ten niet konden beïnvloeden
en omdat deze kosten voor hun kringen uls bedrijfsvreend waren te beschouwen.
De kring 0o3terhout daarentegen stond op het standpunt, dat do liquidatiekosten
voor rekening zouden moeten komen van da nieuvo kringen Breda en Tilburg,
In deze situatie is uiteindelijk getracht tot een compromis te geraken, waarbij
de kringen Breda en Tilburg zich alsnog bereid verklaarden tezamen de wachtgeld
kosten vuti de voormalige direkteur en de drio ontslagen keurmeesters voor hun
rekening te nomen. In geen geval konden zij akkoord gaan mot het overnemen van de
wachtgeldverplichtingen voor de ontslagen administrateur en da overige vier
"part-timers", mode omdat zij geen enkele reële mogelijkheid zien de wachtgeld
kosten door herplaatsing of anderszins te beperken.
Het compromis is door Oosterhout niet aanvaard; de kring Oosterhout handhaafde
zijn standpunt inzake het niet overnemen van wachtgeldverplichtingen, welke dan
ook.
Tenslotte hebben Gedeputeerde Staten zelfstandig de regeling van 20 februari 1974
getroffen inzake de gevolgen van de liquidatie van de kring Oosterhout.
Deze regeling komt overeen met het vorencmschreven compromisvoorstel. Bovendien
werd bepaald, dat de kringen Breda en Tilburg zouden delen in de opbrengst van
het voormalige slachthuis met bijbehorende grond van de kring 0o3terhout, voor
zover deze opbrengst, na aftrek van de aan de verkoop verbonden ko3ten, een be
drag van 75.000,overschrijdt. De limiet tot 75.000,is toebedeeld aan I
de gemeenten Oosterhout, Dongen en 's Gravenmoer.
Voor de vleeskeuringnkringon Breda en Tilburg zijn uit hot voorgaande de volgende
consequenties af te leiden:
De kringen Breda en Tilburg worden belast (ieder voor de helft) met de wachtgeld
kosten van do voormalige direkteur van de vleeskeuringsdienst Oooterhout en do
drie ontslagen keurmeesters.Daartegenover delen zij -eventueel- in de meeropbrengst
van het voormalige slachthuis,eveneens ieder voor de helft.