bijl. nr. 300
WW
Do:, do working van do bepalingen Van hot financieel 3tatuut van de vleeskourings-
diennt gaan de ten laste van de kring Breda komende wachtgeldkosten automatisch
geheel drukken op de kringgemoenten, omdat Breda de voor de kring gemaakte kosten
op de voet van artikel 6 van de gemeenschappelijke regeling integraal aan de ex
ploitatie van de vleeskcuringskring doorberekent.
Voor de duidelijkheid zij opgemerkt, dat de kosten van de vleeskeuring binnen do
gemeente Breda zijn opgenomen in de slachthuisexploitatie, dio los staat van do
gemeenschappelijke regeling, en alleen Breda regardeert.
liet financiële statuut van de vleeskeuringskring is duidelijk niet geschreven in
de verwachting, dat kosten van de omvang als nu uit de liquidatie van de kring
Oosterhout voortvloeien, zouden kunnen optreden. Daarom zijn destijds dan ook
hiertegen bezwaren ingebracht bij Gedeputeerde Staten.
In de situatie, die nu als een feitelijk gegeven moet worden aanvaard, is het on
billijk, dat de gemeente Breda, door de niet bedoelde werking van het financieel
statuut van de kring, buiten de wachtgeldkosten zou blijven. Ket behoeft geen be
toog, dat een strikt formele opstelling ?n deze door de kringgemeenten slecht be
grepen zou worden. Wij zien daartoe dan ook geen redelijke motieven aanwezig.
Kaar onze mening zou Breda voor dit deol van de kosten van de vleoskeuringskring
moeten deelnemen op dezelfde ba3is als de kringgemeenten, nl. met een bedrag per
inwoner. Zoals eerder gesteld zijn deze kosten op dit moment nog niet te bereke
nen; zodra daarvoor meer gegevens beschikbaar zijn zal een wijziging van de begro
ting van het openkaar slachthuis worden aangeboden, welks exploitatie met deze kos
ten zal moeten worden belast.
Om deze wijze van kostenverdeling formeel te realiseren is een wijziging nodig
van de gemeenschappelijke regeling, welke in een concept-besluit hierbij wordt aan
geboden. Aan artikel 8 van de gemeenschappelijke regeling wordt aldus toegevoegd
een derde lid, luidende:
In afwijking van het in het vorige lid bepaalde wordt door de centrale gemeente
bijgedragen in de kosten van de keuringsdienst, voor zover deze voortvloeien
uit het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 20 februari 1974,
G no. 49.209, houdende "Regeling betreffende de gevolgen van de opheffing van de
vleeskeuringsdienst kring Oosterhout.Dezo bijdrage wordt berekend óp dezelfde
wijze als in het voorgaande lid is bepaald met betrekking tot de bijdragen
van de kringgemeenten".