CONCEPT-BESLUIT. hij bijl.nr.300 Pl/2b107 De raden der gemeenten Breda, Chaam, Etten-Leur, Geertruidenberg, Hooge- en Dage Zwaluwe, Klundert, Made en Drimnelen, Kieuw Ginneken, Ooaterhout, Prinsenbeek, Rij8bergen, Terheijden, Teteringen, Zevenbergen en Zundert; besluiten: vast te stellen de navolgende wijzigingen van de Gemeenschappelijke regeling van de keuringsdienst van slachtdieren en van vlees voor de kring Breda: artikel 1 1. Artikel 2, 2e lid vervalt; 2. Artikel 7, 2e lid, wordt gelezen als volgt: De deelnemende gemeenten verplichten ziet geen keurloon te heffen indien de eige naar van een gestorven of in nood gedood slachtdier niet tot afslachting wenst over te gaan en de keuringadierenarta het dier zonder nader onderzoek kan afkeuren 3. Aan artikel 8 wordt toegevoegd een derde lid, luidende: In afwijking van het in het vorige lid bepaalde wordt door de centrale gemeente bijgedragen in de kosten van de keuringsdienst, voor zover deze voortvloeien uit hot besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 20 februari 1974, G. no. 49209, houdende "Regeling betreffende de gevolgen van de opheffing van de vleeskeuringsdienst kring Oostorhout", Deze bijdrage wordt berekend op dezelfde wijze als in het voorgaande lid bepaald met betrekking tot de bijdragen van de kringgemeenten. 4. Artikel 10, 2e lid, sub b, wordt gelezen als volgt: een lid van het college van burgemeester en wethouders van elke kringgemeente, uit hun midden aan te wijzen, welk lid bij ontstentenis kan worden vervangen door een ander door hen aun te wijzen lid. 5. Het derde lid van artikel 12 vervalt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1185