aan de raad der
gemeente Breda
St/3/34386
28-8-1974
Bijl lijf c nr. 31 'J
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot opheffing van
de onbewconbaarverklaring van
de woningen Vredenburchstraat
25 en 25a.
Op 14 januari 1971 heeft Uw raad besloten tot onbewoonbaarverkla
ring van de woningen Vredenburchstraat 25 en 25a op grond van de
volgende hoofdgebreken:
de woningen verkeren, omdat zij vochtig zijn en de hoofdconstructie
versleten is in een vervallen staat.
Da tegenwoordige eigenaar, de heer W. de Vries, wonende Haven 5a,
heeft echter deze woningen wederom in bewoonbare staat gebracht
door het treffen van de daarvoor benodigde voorzieningen.
Op grond van artikel 43 van de woningwet besluit Uw raad, indien
een onbewoonbaar verklaarde woning geschikt is geworden voor be
woning tot opheffing van de onbewoonbaarverklaring; dit besluit
behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.
Wij stellen U voor overeenkomstig de ter visie gelegde ontwerp-
besluiten tot opheffing van de onbewoonbaarverklaringen te be
sluiten.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie voor openbare werken.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam secretaris.
ligt ter visie in de leeskamer.