bijl. nr. 336 Aan^ zien een gedeelte van de werkzaamheden in 1974 zal moeten worden uitgevoerd is 20.C00,opgenomen in de door de raad d.d. 17-1-1974 aanvaarde nota^ inzake de straatverlichting (bijlage nr. 5). In de budgettaire consequenties voor dit deel van de in vestering is derhalve voorzien. In 1975 zal het restant ten bedrage van 108.200,voor de dan uit te voeren werken moeten worden uitgegeven. De dekking van de kapitaallasten en de stroomkosten is voorzien in de begroting 1975 van het energie- en waterbedrijf. Wij hebben het reconstructieplan aan de minister van verkeer en waterstaat voorgelegd met het verzoek de gemeente een rijkssubsidie toe te kennen op grond van de "regeling rijksbijdragen aan gemeen ten voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van het verkeer en vervoer in en om steden". Daarna heeft overlegplaatsgevonden met vertegenwoordigers van de instanties, die de minister over dergelijke aanvragen adviseren te weten het directoraat voor het verkeer, de rijkswaterstaat-en de rijksverkeersinspectie. Uit een onlangs bij dc hoofddirectie van de rijkswaterstaat ingewonnen informatie is gebleken, dat het advies aan de minister inmiddels is uitgebracht in die zin, dat de subsidiëring van het plan wordt aanbevolen met uitsondering van enkele riool- en trottoirvernieuwingen.Ingevolge dc regeling bedraagt de rijksbijdrage 50# van de door de minister geaccepteerde uitvoeringskosten. Met het uitvoeren van de werkzaamheden mag niet worden begonnen, voordat op de subsidie-aanvrage is beslist. Ge beurt dit wel, dan wordt het aangevraagd subsidie niet verleend. De beslissing op de subsidie-aanvrage voor het onderhavige plan kan, naar wij hebben vernomen, eind augustus 1974 tegemoet gezien worden. Op basis van het plan 1975 zijn de totale kosten van riolerings- on boslratingriwcrken opnieuw becijferd. Volgons dc overgelegde begroting worden de kosten thans geraamd op 1.700.000,Dit eindbedrag komt vrijwel ovcreon met dc som van dc bedragen, aio in het hoogspoorkrediet voor de uitvoering van deze werken zijr. opgenomen, te weten 937.51 5,— 726.100 1.663.61 5, Omdat in laatstgenoemd bedrag de te verwachten rijksbijdrage niet is verdisconteerd, is het vrijwel zeker, dat de totale uitvoerings kosten ruimschoots beneden het beschikbare krediet zullen blijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1326