4
t
bijl._ nr. 337
-2-
ook sluipende ziekten die pa3 jaren later manifest worden
(leukemie en kanker). Daarnaast zijn genetische aandoe
ningen mogelijk die pao na een of meer generaties aan de
oppervlakte konen, het is niet bekend welke de maximaal
toelaatbare dosis rr.dioaktiviteit i3. './el is deze dosis
geschat, maar na voortgezet onderzoek in 1936 gehalveerd,
in 1950 v/eer, in 1959 door drie gedeeld. Het ligt voor de
hand dat bij verder onderzoek een veel sterkere verlaging
nodig zal zijn, mogelijk zoveel lager dat hij met de
huidige techniek niet neer aantoonbaar is.
Het probleem van lekkage van radioaktief materiaal doet
zich mogelijk nog sterker voor bij de opslag van radio
aktief afval, dat cons honderdduizenden jaren aktief blijfii
Dit vraagt een wijze van opslag die garandeert dat gedu-
rende die lange tijd geen grote lekkages optreden. V/eg-
schieten naar de zon en opslag in zoutlagen is overwogen,
naar blijken vooralsnog niet bevredigend. Voorts rijn on
gelukken en sabotage in kerncentrales mogelijk, al is de
kans waarschijnlijk gering. De gevolgen zijn echter
onvoorstelbaar, niet alleen door direkte effekten op leven
en gezondheid, naar vooral door de sluipende effekten.
Samenvattend kan v/orden gesteld dat een snelle uitbreiding
van dé energiebehoefte niet volledig vaststaat. Van de
alternatieve energiebronnen is alleen de kernenergie in
overweging genomen. Het vooruitlopen op de veronderstelde
snelle groei van de energiebehoefte via een uitbreiding
van het aantal kerncentrales brengt echter niet te schatten
rioiko's net zich mee zolang voor een aantel problemen
geen passende oplossingen zijn gevonden.
Haast deze gevaren voor milieu "en gezondheid wordt ook in
toenemende mate betwijfeld of de kerncentrales ekononisch
v/cl verantwoord zijn. Do bouw van contrales in de Verenigde
Staten blijkt vack zoveel duurder uit te vallen dan geraamd
dat ook de kostenfactor een belangrijker rol gaat spelen bij
beslissingen over starten of voortzetten van de bouw van
kerncentrales.
De in 1 genoemde overwegingen hebben tot grote veront
rusting bij het publiek geleid. Voor sommigen is die
verontrusting zo groot geworden dat zij menen in geweten
vcrolicht te zijn aktiove steun aan de uitbreiding van het
aantal kerncentrales te moeten weigeren. In april 1973 werd
door de Tweede Kamer een wetsvoorstel aanvaard, waarbij de
clectrieiteitsbedrijven door do regering verplicht werden
on van de inkomsten van geleverde stroom af te dragon
t.b.v. dc ontwikkeling van een prototype snelle kweck-
reaktor in Kalkar. Hiérbij werd tevens bepaald dat de
electricitoitsbcdri jven dit bedrag mogen verhalen op ver-
hruikers (voor de bedrijven is echter de mogelijkheid
geopend om hiervoor ontheffing te vragen).
i