bij bijl. nr. 338
-4-
Bedrag der "belasting.
Artikel 5.
1. Het rioolrecht, genoemd onder A van artikel 1 bedraagt
voor de gebouwde eigendommen en daarbij behorende erven
17-//Z van de belastbare opbrengst gebouwd.
2. Het rioolrecht genoemd onder B van artikel 1 bedraagt 7
cent per m3 geloosd water, waarbij de totale hoeveelheid
naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van 100 m3.
Belastingjaar.
Artikel 6.
Het belastingjaar begint op 1 januari en eindigt op 31
december.
■■'ijse van heffing.
Artikel 7.
De heffing geschiedt bij wijze van aanslag.
.Aanslagen minder dan 5,worden niet opgelegd.
Aan#if *t s
Artikel 8.
Het formulier van het aangiftebiljet, voor de belasting,
genoemd onder letter 3 van artikel 1 wordt bij afzonderlijk
raadsbesluit vastgesteld.
Verzoek om uitreiking aangiftebiljetten.
Artikel 9.
Een belastingplichtige, welke de voor de herekoning van het
rioolrecht in aanmerking te nemen hoeveelheid water niet of
niet uitsluitend van een waterleidingbedrijf heeft afgenomen
is verplicht om, voor zover aan hem niet een aangiftebiljet
is uitgereikt, binnen een maand na de aanvang van het belasting