bij bijl. nr. 338 UITTREKSEL UIT DE VERORDENING RIOOLRECHTEN 1975. art.1, ietter B In deze gemeente wordt ingevolge artikel 277 van de gemeentewet onder de naam van riool recht een directe belasting geheven wegens het lozen van 1.000 of meer m3 water per jaar op het gemeenteriool. art.2, lid 3 Voor het rioolrecht zijn belastingplichtig ge bruikers van gebouwen, waarin bij het begin var^ het belastingjaar een bedrijf, dienst of in stelling is gevestigd, ten behoeve waarvan in het laatst aangevangen verbruiksjaar voorafgaand aan het belastingjaar een hoeveelheid van 1.000 of meer m3 water op het gemeenteriool is geloosd. art.3. lid 1 Indien een gebouw waarin een bedrijf, dienst of instelling is gevestigd, in de loop van het be lastingjaar in gebruik wordt genomen is het rioolrecht verschuldigd voor zoveel twaalfdeaelen van het op jaarbasis berekende rioolrecht als er in het belastingjaar nog kalendermaanden overblijven. art,3, lid 2 Hij die in enig jaar ophoudt gebruiker van een gebouw te zijn, is over dat jaar slechts zoveel twaalfdedelcn van het op jaarbasis berekende riool recht verschuldigd als er in het belastingjaar^ kalendermaanden zijn verstreken, waarbij een ge deelte van een maand voor een volle maand wordt gerekend. art.4, lid 2 Het rioolrecht wordt geheven naar de hoeveelheid water dat door een bedrijf, dienst of instelling is geloosd. Voor de vaststelling van de hoeveelheid geloosd water wordt als maatstaf aangehouden de door een bedrijf, dienst ofV instelling van een water- f leidingbedrijf in het laatst aangevangen verbruiks

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1347