D bij bijl.nr, 338 -2- art. 4, lid 3 jaar voorafgaand aan het belastingjaar inge kochte hoeveelheid water. Indien in bedoeld verbruiksjaar niet gedurende een vol verbruiksjaar water is afgenomen, wordt de werkelijk afgenomen hoeveelheid vermenig vuldigd met een breuk, waarvan de teller twaalf bedraagt en de noemer gelijk is aan het aantal maanden of gedeelten daarvan waarin het water is afgenomen. Indien een bedrijf, dienst of instelling in het verbruiksjaar niet of niet uitsluitend van een waterleidingbedrijf water heeft verkregen, wordt de ingevolge de voorgaande zinsneden berekende waterhoeveelheid geschat c.q. verhoogd met de ge schatte hoeveelheid water, die op andere wijze is of zou zijn verkregen. Indien aannemelijk is, dat de hoeveelheid geloosd water ten minste 3.000 m3 of ten minste 20,' lngor is dan de som der hoeveelheden ingekocht en op andere wijze verkregen water, wordt laatstgenoemd som verminderd met' de hoeveelheid van het verschi Op vorzoek en voor rekening van belasting plichtige wordt de hoeveelheid geloosd water ge meten middels (een) door of vanwege de gemeente t plaatsen meter(s), in welk geval het rioolrecht wordt geheven naar de aldus gemeten hoeveelheid, tenzij kan worden aangetoond, dat in belangrijke mate door miswijzing of anderszins de metor(s) niet de juiste hoeveelheid afgevoerd water aan geeft (aangeven). Is dit laatste het geval, dan wordt de hocveelhoi afgevoerd water geschat. Bij een belangrijk verschil tussen de ingebrachte en de op het gemeenteriool geloosde hoeveelheid water kan van een bedrijf, dienst of instelling een accountantsverklaring'verlangd worden be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1348