aan de raad der
gemeente Breda
-3-
ting-
ri
geloosd
r be
ëindig
3-g-
beroko-
nemon
id van
is ver-
angifte-
a de
i om
chef
in te
11 september 1974
Fb/35759
Bijlege nr. 159
Voorotol van burgcmoootor on wothoudors Lot
wijziging van da tarieven van de verordening
onroercnd-goedbe las tin/3511 1974/1975.
Op blz. 14 vun one vooratol dd. 3 oktobor 1973 tot invoering van do onroorondgoed-
bolastingen' van welk vooratel eón exemplaar tor inzago is gelegd, is gesteld
dat da raming van de waarde van alle gebouwde eigendommen een benadering is. Op
t grond van deze benadering werden de volgende tarieven vastgesteld:
f 5,85 ten laste van de gebruiker en
7,30 ten laste van de eigenaar voor elke volle
3.000,- van de heffingsgrondslag.
Thans beschikken wij over meer concrete gegevens welke dienstbaar gemaakt kunnen
worden bij een meer exacte bepaling van üe waarde waarover de belastingen geheven
zullen worden.
Daarbij is gebleken dat het accres in 1973, voor de jaren 1974 en 1975 gesteld
op 5/° per jaar, bij onze verwachtingen is achtergebleven. De heffing van de
straatbelasting over 1973 en 1974 vertoont, afgerond, slechts oen accres van 2/=
per jaar.
Aan de hand van de thans beschikbare gegevens zijn wij tot de conclusie gekomen
dat de waarde van alle gebouwde eigendommen kan worden bepaald op 2.019.003.000,-
in plaats van 2.152.707.000,
Op blz. 18 van genoemd voorstel zijn de opbrengsten van de onroerend-goedbelastingen
als volgt geraamd:
Opbrengst wegen3 hot gebruik van gebouwde eigendommen 4.197.778,—
Opbrengst wegens genot Vrnnhtens zakelijk recht op
gebouwde eigendommen (eigenaar) 5.23S.254.
Totaal 9.436.032,—
In de ontwerp-begroting van de algemene dienst voor hot jaar 1975 is net deze
opbrengst rekening gehouden.
Uw raad heeft bij do vaststelling van de onroorond-goodbelastir.gen 1974/1 975 in
principe besloten do tegelijk met do straatbelasting geheven wordende rioolbe
lasting als een afzonderlijke rioolretributie in te voeren. In het betreffende
voorstel is de opbrengat van deze nieuwe ricolrotributie geraamd op
2.296.192,(zie blz. 10 van ons voorstel van 3 oktober 1973, I"o 16096).