GEMEENTE BREDA
bij bijlage nr. 345
De raad der gemeente Breda;
gelezen het schrijven d.d. 7 augustus 1974 van Mevrouw J. van de
Klundert-van de Wijngaard, wonende Dijklaan 61, Breda, waarbij deze
in beroep kont tegen het besluit van burgemeester en wethouders
van Breda d.d. 3 juli 1974 nr. BK/9/69647 tot weigering van een
vergunning tot het exploiteren van een kamerverhuurinrichting in
het perceel Baronielaan 127 te Breda, welk besluit haar op 10
juli 1974 is toegezonden;
mede gelezen het preadvies van burgemeester en wethouders d.d.2-10-1974
overwegende, dat burgemeester en wethouders bij de toezending van
voormeld besluit appellante hebben gewezen op de in artikel 31 van
de verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen ten aan
zien van het instellen van beroep geldende bepalingen;
dat het beroepschrift eerst op 14 augustus 1974 is ingekomen en het
beroep derhalve niet binnen de hiervoor in artikel 31 van voormelde
verordening gestelde termijn van dertig dagen is ingesteld
gelet op het bepaalde in artikel 31 van voormelde verordening;
b e.^s luit:
Mevrouw J. van de Klundert-van de Wijngaard, voornoem^, in haar
beroep niet ontvankelijk te verklaren.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.
R.No.1