bijl. nr. 348 -6- De recente perspublikaties hebben betrekking op het E.T.I.N.- rapport "Is Breda een gunstige vestigingsplaats voor een speelcasino?"waartoe de opdracht is verstrekt door V.V.V. en Kamer van Koophandel. (Genoemd rapport zal aan Uw raad ter kennisneming worden aangeboden in de november-vergadering van de raad Wij hebben met interesse kennis genomen van de inhoud van dit rapport, dat naar ons gevoel de bestaande gedachten over de gunstige ligging van Breda onderlijnt. Gesteld kan dan ook worden dat de van januari 1972 daterende aanmelding van Breda als mogelijke vestigingsplaats voor een casino met dit rapport aan betekenis heeft gewonnen. Wij menen dat de daaruit voor de vestiging van een casino voortvloeien de uitgangspositie in samenwerking met de Kamer van Koophandelj V.V.V. en gemeente kan worden uitgebouwd. Ten slotte mogen wij U er - voor wat betreft een casino - op wijzen, dat onze mededeling in de brief van 28 maart 1972, dat, wanneer een en ander definitieve vormen zou gaan aanne men, Uw raad daarmee uiteraard zou worden geconfronteerd, versterkt wordt door het bepaalde j.n artikel 27 p van de wet op de Kansspelen, waar is bepaald dat de aanwijzing door de Ministers van een gemeente, waarvoor een casinovergunning wordt verleend, de instemming behoeft van de raad van de betrokken gemeente In antwoord op de onderdelen uit Uw bovenvermeld schrijven met betrekking tot het ijspaleis delen wij U het volgende mede. De plannen van Joan Haanappel betreffen meer dan het oprichten en exploiteren van een ijspaleis. De bedoeling is te komen tot oprichting van een familiepark, waarvan het ijspaleis en een groot aantal andere attracties deel uitmaken. Het betreft hier een particulier initiatief, waarvan wij het belang voor de gemeente Breda zeker niet willen overschatten, maar dat wij bij ontbreken van aanwijsbare negatieve effecten op Breda, toch positief willen benaderen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1383