I f
bijl. nr. 348
(ie vervolg)
-6-
naar aanleiding van het voorkomen van dit weggedeelte in
het urgentieschema 1974 in de provincie Noord-Brabant.
De vragen van'mevrouw van Nes werden door het college op
14 februari 1974'voorlopig afgedaan.
Thans bespreekt het provinciaal bestuur de urgentie van de
wegenplannen voor 1975. Het is van groot belang dat het
provinciaal bestuur opnieuw kennis neemt van het afwijzende
standpunt van de gemeenteraad van Breda met betrekking tot
deze wegaanleg. De fracties van P.v.d.A. en P.P.R. dringen
er daarom bij het college op aan nog deze week het afwijzende C '4
standpunt van de raad van Breda met de motie van 24 november
1972 aan het,.provinciaal bestuur te doen toekomen en de
raad over deze toezending in te lichten.
ANTWOORD
Voor antwoord op deze vraag menen wij kortheidshalve te mogen
verwijzen naar'de inhoud van onze brief d.d. 25 oktober j.l.
aan gedeputeerde staten en provinciale staten van Noord-Brabant.
Bedoelde brief hebben wij voor de raad voor de vergadering
van 21 november a.s. ter inzage gelegd bij de ingekomen stukken
welke voor kennisgeving kunnen worden aangenomen.