aan de raad der gemeente Breda 18-10-1974 Ond/2/21884 bijlage nr. 354 Preadvies van burgemeester en wet houders op een verzoek van de cul turele raad om aan provinciale staten de opvattingen van de gemeen te Breda kenbaar te maken over het verbinden van een letterenfaculteit aan de katholieke hogeschool te Til burg. De culturele raad heeft zich tot Uw raad gewend met het verzoek*) Uw opvattingen over het verbinden van een letterenfaculteit aan de katholieke hogeschool te Tilburg kenbaar te maken aan provin ciale staten dezer provincie. Met betrekking tot deze kwestie mogen wij het navolgende onder Uw aandacht brengen: 1uit een overleg, dat wij met het provinciebestuur hebben ge voerd is ons gebleken, dat het college van gedeputeerde staten dezer provincie op 29 nov. 1972 bij de minister-president de aanvrage van de katholieke hogeschool te Tilburg heeft onder steund om zo spoedig mogelijk een volledig pakket van voor zieningen op het gebied van het wetenschappelijk onderwijs tot stand te brengen, waarin een letterenfaculteit niet kan worden gemist. In zijn antwoord heeft de minister-president er onder meer op gewezen, dat de regering een duidelijke uitspraak zowel van de Katholieke hogeschool te Tilburg als van de technische hoge school te Eindhoven ten aanzien van de bestuursvorm van een Brabantse Universiteit een prealabele voorwaarde acht voor een eventuele realisering van uitbreidingsplannen van de beide instellingen. 2. In aug. 1973 heeft de werkgroep "letterenfaculteit Tilburg", ingesteld door het samenwerkingsorgaan van de katholieke hoge school Tilburg en de technische hogeschool Eindhoven een rapport*) uitgebracht waarin een letterenfaculteit - te verbinden aan de katholieke hogeschool te Tilburg - wordt bepleit. 3. Op 6 maart 1974 is op voorstel van de heren Hermes, Kraaye- veld, Wouters en Leijenhorst de navolgende motie door de Tweede Kamer aangenomen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1399