bijlage nr. 354 -2- "De kamer, "gehoord de beraadslagingen over de begroting van onderwijs "en wetenschappen 1974; "van mening, dat de samenwerkingsbesprekingen tussen de twee "Brabantse Hogescholen positief gewaardeerd en voortgezet "dienen te worden; "van oordeel, dat de uitbreiding van het wetenschappelijk "onderwijs in Noord-Brabant volgens algemeen geldende maat- "staven beoordeeld dient te worden; "tevens van oordeel, dat de wijze waarop en de mate waarin de "samenwerking van de twee Brabantse hogescholen zich ontwik- "kelt, niet van invloed mag zijn op de beslissingen over die "aanvragen van universitaire voorzieningen waarbij geen ver schil van mening over de vestigingsplaats bestaat tussen de "Brabantse hogescholen; "nodigt de regering uit, onafhankelijk van het verdere verloop "der besprekingen over de samenwerking tussen de Brabantse "hogescholen, zo spoedig mogelijk haar voornemens aan de "Kamer kenbaar te maken, over de aangevraagde letterenfacul- "teit voor de katholieke hogeschool te Tilburg en eventuele "andere aanvragen voor universitaire voorzieningen in Noord- Brabant". Staatssecretaris Klein heeft met betrekking tot deze kwestie in de Tweede Kamer gesteld: "zoals men woet, is in 1972 oen advies gevraagd aan do Acade- "mische raad. "Die achtxe onvoldoende grond aanwezig om zijnerzijds de vesti-^ "ging van een nieuwe letterenfaculteit, waar dan ook, te beplei- "ten. Daarover is geen nieuw advies aangevraagd. Mede omdat in "Rotterdam een studie is gemaakt en mede omdat vanuit Brabant "een studie is gemaakt, hebben wij toegezegd een gericht ad- "vies aan de Academische raad te vragen, waarbij met name de "regionale aspecten een belangrijker rol zullen spelen dan bij "de oorspronkelijke adviesaanvrage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1400