aan de raad der
gemeente Breda
BK/35625
bijlage nr. 375
Preadvies van burgemeester en wet
houders inzake het beroep, inge
steld door de heren Th. Arnouts
en Corssmit, ingevolge de ver-
2-10-1974 ordening op logeer- en/of kamer-
verhuurinrichtingen
Bij brief van 19 augustus 1974 komen Th. Arnouts, wonende
Vaartweg 68 te s-Gravenmoer en C. Corssmit, wonende Wester
laars est raat 62, Wouwse Plantage in beroep bij Uw raad tegen
ons besluit van 24 juli 1974, nr. BK/11908, waarbij hen een
vergunning tot het exploiteren van een kanerverhuurinrichting
in het perceel Wilhelminastraat 2a alhier, werd geweigerd.
Aangezien het beroepschrift binnen de daartoe in artikel 31
tweede lid van de verordening op logeer- en/of kamerverhuur-
inrichtingen gestelde termijn is ingekomen, kunnen appellanten
in hun beroep worden ontvangen.
Artikel 3 van voormelde verordening bepaalt, dat het verboden
is zonder vergunning van ons college een logeer- en/of kamer-
verhuur inrichting te exploiteren, voor zover althans aan vijf
of meer personen logies en/of kamerruimte voor bewoning pleegt
te worden verschaft. De onderhavige inrichting biedt aan 10
personen kamerruimte.
Ingevolge het bepaalde in artikel 5 van de verordening hebben
wij de gevraagde vergunning moeten weigeren, omdat niet wordt
voldaan aan het gestelde in de artikelen 15, 16, 18, 24 en 25.
Deze artikelen hebben respectievelijk betrekking op eisen be
treffende de wasgelegenheden, de privaten, de elektrische verlich
ting, de vluchtwegen en de brandwerendheid van wanden, plafonds
en deuren. In ons besluit hebben wij tevens overwogen, dat de
betreffende inrichting mogelijk nog op andere punten kan afwijken
van het gestelde in de verordening, doch dat dat in verband met
voormelde tegenstrijdigheden niet uitputtend is nagegaan.