GEMEENTE BREDA bij bijlage nr. 575 De raad der gemeente Breda; gelezen het schrijven van Th. Arnouts, wonende Vaartweg 68 te s-Gravenmoer en C. Corssmit, wonende Westerlaarsestraat 62. Wouwse Plantage, waarin zij in beroep komen tegen het besluit van burgemeester en wethouders van Breda d.d. 24 juli 1974 nr. BK/9/11908, waarbij hen vergunning is geweigerd tot het exploiteren van een kamerverhuurinrichting, in het perceel Wilhelminastraat 2a te Breda; mede gelezen het preadvies van burgemeester en wethouders d.d. 2-10-1974; overwegende, dat het beroepschrift binnen de daartoe in artikel 51tweede lid van de verordening op logeer- en/of kamerver- huurinrichtingen gestelde termijn is ingediend, zodat appellanten in hun beroep kunnen.worden ontvangen; dat het ingevolge artikel 5 van voormelde verordening verboden is zonder vergunning van burgemeester en wethouders een logeer- en/of kamerverhuurinrichting te exploiteren; dat burgemeester en wethouders met toepassing van artikel 5 van die verordening de gevraagde vergunning hebben geweigerd, omdat niet wordt voldaan aan de in de artikelen 15, 16, 18, 24 en van de verordening gestelde eisen betreffende de wasgelegenheden, de privaten, de elektrische verlichting, de vluchtwegen cn dc brandwerendheid van wanden, plafonds cn deuren; dat de bezwaren van appellanten zich niet richten tegen de gebiste voorzieningen, doch dat zij, om redenen van financiële aard, niet in 3taat zijn op korte termijn de noodzakelijke voorzieningen te treffen; dat de door appellanten in beroep aangevoerde motieven geen steun vinden in de verordening op logeer- en/of kamerverhuurinrichtingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 1466