bijl. nr. 388
-4-
gaderingen van de subsidiëntencommissie, speciaal bij
de voorbereiding en evaluatie van de memoranda, bij de be
handeling van het rapport van de werkgroep toneel en bij de
voorbereiding van het advies over de gemeenschappelijke regeling
voor het Zuidelijk Toneel en de subsidiëring van Proloog.
Het is ook daarom dat ons college ten aanzien van de voort
zetting van de gemeenschappelijkeregeling voor het Zuidelijk
Toneel en de verdere subsidiëring van Proloog steeds een
pragmatisch standpunt heeft ingenomen.
Als wij de situatie van Proloog op dit moment bezien, constateren
wij het volgende:
Op 1 juli 1974 heeft de subsidiëntencommissie na uitvoerig over
leg aan het college van gedeputeerde staten en de colleges van
burgemeester en wethouders van Breda, Eindhoven, s-Hertogenbosch
en Tilburg geadviseerd*. De commissie concludeerde hierin dat er
sprake zou zijn van een opmerkelijke verarming van het cultuur
leven in deze provincie, indien de beide beroepsgezelschappen
Globe en Proloog zouden verdwijnen, zonder garantie dat anderszins
in een verantwoord toneelaanbod zou worden voorzien. Aangezien
een fundamentele oplossing van het toneelvraagstuk feitelijk alleen
kan worden bewerkstelligd als de centrale overheid hiertoe het
initiatief neemt, hetgeen ook blijkt uit het rapport van de werk
groep toneel, meende de commissie dat de zuidelijke subsidiënten
er bij de minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk
met de meeste nadruk op zouden moeten aandringen op de kortst
mogelijke termijn een nota ter tafel te brengen, die tegemoet
zou komen aan de behoefte tot fundamentele wijziging. Omdat een
wijziging tijd vergt, werd geadviseerd de bestaande regeling
tot 1977 voort te zetten onder het uitdrukkelijke beding dat
de zuidelijke subsidiërten de tot dan gezamenlijk gedragen verant
woordelijkheid ten opzichte van de gezelschappen en van elkaar niet
meer zonder meer wilden blijven aanvaarden.
Gezien de omstandigheid dat de gemeenteraad van Eindhoven had be
sloten de subsidiëring van Proloog per 1 september te beëindigen, de
gemeente Tilburg niet bereid bleek in de overgangsperiode Pro-