bijl. nr. 405
Voor de overige verbruikers is van toepassing artikel 7a
van de verordening, regelende de tarieven voor de levering
van elektriciteit onder lage spanning (gemeenteblad 1418),
Dit artikel heeft betrekking op verhoging van de kWh-prijs
op grond van de prijsaanpassingsclausule. Deze aanpassing
geschiedt evenwel niet automatisch; zij .dient per geval
bij raadsbesluit te worden geregeld.
Kaar ons oordeel is er alle aanleiding om de P.N.E.M. ook
ten aanzien van de tarieven voor deze overige verbruikers te
volgen, dit omdat ook vóór deze categorie het ink'ooptarief
wordt verhoogd en om de door Uw raad voorgestane uniformiteit
in de tarieven te handhaven.
De huishoudelijke verbruiker zal als gevolg van een dergelijke
tariefsverhoging 0,33 tot ƒ1,- per maand meer gaan betalen
(bij een afname van respectievelijk 1.000 en 3.000 kWh per jaar).
De meeropbren^t voor het energie-' en waterbedrijf van de voren-
omschreven tariefsverhogingen is op jaarbasis voor de be
groting 1975 als volgt te becijferen:
meeropbrengst grootverbruik 120.000 kWh 0,3 cent 360.000,
meeropbrengst overig verbruik 114.200.000 kWh 0,4 cent456.800,
81 6.800>
meer inkoopkosten 239.200.000 kWh (incl. stroomverlies)
h 0,2 cent 478.400,—
afgerond 358.000,fi
De in de concept-begroting 1975 van het energie- en waterbedrijf
voorkomende stelpost voor tariefsverhoging elektriciteit, groot
730.000,is derhalve voor 338.000,gedekt. Dit laatste
bedrag kan nog worden verhoogd met 104.000,als gevolg van
automatische doorwerking van de brandstofclausule.
De P.N.E.M. heeft d.d. 16 oktober 1974 aan de Minister van
Economische "aken goedkeuring gevraagd op de vorenomschreven
tariefsverhoging per 1 januari 1975- De aanvrage is gericht
op een generale bewilliging, die derhalve automatisch - binnen