bijl. nr. 411
-4-
dienaangaande wel geboden.
Uit deze opzet ontstaat een beeld, dat vooralsnog wel
soulaas biedt t/m 1977. Daarna is er onzekerheid over de
dekking van het araortisatieplan, dat in 1985 afloopt.
Verloopt de exploitatie gunstig dan lijken er op termijn
geen grote problemen in zicht maar de vooruitzichten voor
de distributiebedrijven van gas en elektriciteit zijn niet
bemoedigend. De energiebesparing, die door de aanstaande
tariefverhogingen nog verder wordt geaccentueerd, leidt
waarschijnlijk tot een daling van het rendement, waarvoor
geen of weinig compensatie zal worden gevonden.
Voor het Bredase elektriciteitsbedrijf kan een gunstige.'-
factor zijn, dat grote investeringen ter sanering van het
net hier niet meer zijn te verwachten; elders zal in veel -
gevallen dit proces nog niet zijn voltooid. Middels aan
gepaste uniforme tarieven zou het Bredase bedrijf hieruit
mogelijk een nominaal inflatievoordeel kunnen putten.
5. Het vorenstaande samenvattende stellen wij U voor te be
sluiten als volgt:
a. in te stemmen met de amortisatie, ingaande 1 januari
1976, van de te hoge boekwaarden van de afdelingen gas en
elektriciteit van het energie- en waterbedrijf, door middel
van een 10-jarige annuïteit, berekend van 8.625.000,- en
op basis van de jaarlijkse omslagrente van de leningsdienst.
b. per 31 december 1974 op te heffen de uniteitenreserve
gas en de herwaarderingsreserve van het energie- en water
bedrijf, beide respectievelijk groot 670.795,- en
355574- "ke verhogen met rentebijschrijving over 1974;
c. ingaande 1 januari 1975 in te stellen een "amortisatie-