aan de raad der
gemeente Breda
m
16 januari 1974
W/1/21488
In de vergadering van 24 juni 1971 heeft Uw raad besloten tot
subsidiëring van een Jongeren Advies Centrum, voorlopig voor
een periode van twee jaar.
De subsidiëring droeg een experimenteel karakter en na twee jaar
zou worden bekeken, of voortzetting van de subsidiëring van het
J.A.C. gewenst en/of noodzakelijk was. Deze experimentele periode
is met ingang van 1 januari 1974 beëindigd.
Een ambtelijke werkgroep heeft in verband met het beëindigen van
de experimentele periode van het J.A.C. een evaluatie en advies
aan ons college uitgebracht. Vooraf dient daarbij te worden ge
steld, dat de evaluatie door de ambtelijke werkgroep noodzakelijk
beperkt is gebleven en vrijwel alleen heeft kunnen plaatsvinden
aan de hand van het door J.A.C. samengestelde jaarverslag 1971 en
1972 en aan de hand van enkele gesprekken, die met vertegenwoordi
gers van het J.A.C. zijn gevoerd.
Een evaluatie-onderzoek door studenten van het sociologisch in
stituut van de katholieke hogeschool te Tilburg was wel gepland,
maar het instituut heeft geen kans meer gezien het onderzoek tij-
dig in de stage-programma's in te passen.
Met de "Eerste evaluatie van en advies met betrekking tot het ex
periment J.A.C." van de ambtelijke werkgroep, dat als bijlage bij
dit raadsvoorstel is gevoegd, kan ons college het in hoofdlijnen
eens zijn.
Subsidiëring van een alternatieve vorm van hulpverlening komt ons
college dan ook als gewenst voor. De grotere toegankelijkheid Van
van het J.A.C. ten opzichte van de meer gevestigde instellingen
voor hulpvragende jongeren is zeker aangetoond. Daar echter min
der het instituut, dan wel de alternatieve hulpverlening gesub
sidieerd dient te worden, pleiten wij er voor het J.A.C. haar voor
lopig karakter te laten behouden en de subsidiëring te binden aan
Bijlage nr. 32
Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot voortzetting van de
subsidiëring van het Jongeren Ad
vies Centrum.