bijl. nr. 32 -2- een termijn van maximaal drie jaar. Om dezelfde reden bepleiten wij de aanhaking aan het Jeugd- en Jongerencentrum vooralsnog te continueren. Ons college is overigens wel van mening de subsidiëring van het J.A.C. aan het aantal voorwaarden te moeten binden n.l.: a. In functie van het J.A.C. zal nog meer het hoofdaccent moeten liggen op algemene informatie, directe, concrete hulp en verwijzing naar andere instellingen; b. meer aandacht zal besteed dienen te worden aan de selectie van medewerkers; c. het opbouwen van werkrelaties met andere instellingen zal na drukkelijker ter hand dienen te worden genomen; d. er zal naar een breder bereik van jongeren gestreefd dienen te worden. Uitbreiding van het J.A.C. met een aantal beroepskrachten, zoals het J.A.C. zelf ook vraagt, wordt door ons college in eerste in stantie niet als onredelijk ervaren, alhoewel een principe-uit spraak in deze nader op zijn argumenten getoetst dient te worden. De financiële situatie van de gemeente Breda levert evenwel reeds onoverkomelijke problemen op en in de ontwerp-begroting 1974 van de dienst voor Jeugd en Sport is met uitbreiding dan ook geen rekening gehouden. Op 17 december j.l. heeft de ambtelijke werkgroep, in opdracht van ons college over de door de werkgroep uitgebrachte evaluatie met vertegenwoordigers van het J.A.C. overleg gepleegd. Het komt ons college nuttig en wenselijk voor de door het J.A.C. bij dit overleg gemaakte kanttekeningen ter kennisname van Uw raad te brengen. 1. Het J.A.C. wijst er op, dat intern veel discussies m.b.t. spoor B, de sociale actie, hebben plaatsgevonden. Met name in 1973 heeft de sociale actie duidelijker gestalte gekregen. '2. Het J.A.C. vestigt er de aandacht op, dat vooral de laatste tijd initiatieven ontplooid zijn, om de werkafspraken en con tacten met andere instellingen meer instellingsgebonden dan persoonsgebonden te doen zijn. 3. De door de ambtelijke werkgroep gemaakte opmerking m.b.t. de reikwijdte wordt door het J.A.C. als juist ervaren wat betreft de hulpverlening. 9) I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 166