bijl. nr. 44 Aan de werkwijze kleven de navolgende bezwaren: a. de mutaties in het afnenersbestand voltrekken zich, voornamelijk als gevolg van verhuizingen, rond de maandwisseling, derhalve juist in de periode, dat de nota's moeten worden opgemaakt. De vele mutaties op de peildatum blijken in do praktijk zeer storend te werken (zie bijlage i); b. het merendeel van de afnemers betaalt tussen de 22e van de lopende en de 6e van de vol.ger.de maand -na het ontvangen van het inkomen- waarop de verzenddatua van de nota derhalve niet geheel is afgestemd (zie bijlage II c. de kredietverlening en het renteverlies blijft in de huidige systena- tiek nog aanzienlijk 3.200.000,per 30 april 1973, hetgeen overigens vcór de toepassing van het nieuwe opname- en incassosysteem - f 8.000,000,— was). Do in punt 2 genoemde bezwaren voor de bedrijfsvoering bij het energie- en waterbedrijf en het ontbroken van de aansluiting op de betalingsgewoonten kunnen worden weggenomen door: - de nota's rond de 15e van iedere maand aan te laten maken; - de voorschot-periode te doen aanvangen per de 15e van een maand, tot de 15e van de volgende maand; - de nota's te verzenden vdór of op de 20e van diezelfde maand waarna men binnen 14 dagen moet betalen. Formeel betekent het tegemoetkomen aan bovenstaande slechts een kleine wijzi ging in meergenoemd artikel 3, lid 1. Slechts de datum "eind april" dient te worden gewijzigd in: "zo spoedig mogelijk na afloop van het verbruiksjaar".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 221