bijl.nr. 61
-2-
adviezen bij het aangaan van nieuwe leningen elders.
Het "oversluiten" van een lening van de gemeentelijke
kredietbank is door de evenredige restitutie van de inge
houden lenersvergoeding voor de geldnemers niet nadelig.
In vele gevallen zal de gemeentelijke kredietbank dan wel
verlies lijden op de initiële kosten.
De tendens tot vervroegde aflossing zet zich door; in 1972
word uit dien hoofde 25.548,04 gerestitueerd, terwijl
in 1973 tot en met oktober reeds 35.831,73 werd geresti
tueerd. Dit laatste bedrag komt, op jaarbasis berekend, uit
op rond 40.600,De gemiddelde restitutie per ver
vroegd afgeloste lening is 91>70.
De omvang van de restituties is nu van dien aard, dat de
tot heden betoonde tolerantie niet meer verantwoord kan
worden geacht op straffe van beduidende exploitatiever
liezen. Er zal derhalve een regeling moeten worden getroffen,
die voorziet in het goedmaken van de kosten, die de leningen
voor de bank veroorzaken.
De thans nog vigerende geldschieterswet doet in dit op
zicht geen afgeronde oplossing aan de hand. Artikel 39 dier
wet schrijft voor: "De geldlener is tot vervroegde betaling
van interesttermijnen en tot versnelde aflossing bevoegd.
In het laatste geval ondergaan de nog verschuldigde interest-
termijnen dienovereenkomstige vermindering is interest bij
vooruitbetaling* voldaan, dan heeft naar billijkheid ver-
rekening plaats".
In de nieuwe wet op het consumptief geldkrediet (nog niet vol
ledig inwerkinggetreden zijn in artikel 41 als kredietkosten
vermeld
a. aanvangsbijdrage
b. kredietvergoeding
c. vertragingsvergoeding
aldus ook de gemeentelijke kredietbank.