bijl. nr. 61
nader uitgewerkt in de artikelen 44. t/m 48. Ter zake van
restitutie stelt artikel 48 o.a., dat de minister bij het
vaststellen van de tabellen voor kredietvergoedingen bij
beschikking mede regelingen kan treffen ten aanzien van het
verminderen van kredietvergoeding in geval van vervroegde
betaling.
Het lag aanvankelijk in ons voornemen een dergelijke regeling
af te wachten, doch nu ons onlangs is gebleken, dat een en
ander een zaak op lange termijn dreigt te worden achten wij
het niet gemotiveerd eigen maatregelen op het stuk van de
restituties langer uit te stellen.
In het reglement voor de gemeentelijke kredietbank is de
restitutie bij vervroegde aflossing slechts summier geregeld,
n.l. als volgt: (artikel 21 sub b)
de directeur (is) onder goedkeuring van burgemeester en
wethouders te allen tijde bevoegd om, indien hij dit in
het belang van de bank raadzaam acht, het niet afgeloste
deel van de hoofdsom plus de lopende rente met kosten, zonder
dat opzegging of ingebrekestelling nodig is, terstond op te
eisen, een en ander met dien verstande, dat, indien de rente
en de administratiekosten bij vooruitbetaling zijn vol-
daan, alsdan naar evenredigheid verrekening plaatsheeft".
In de verordening inzake de op de geldleningen van de krediet
bank vallende kosten is niets geregeld omtrent de restitutie
van lenersvergoeding bij vervroegde aflossing.
Het is naar ons oordeel gewenst, hetgeen met betrekking tot de
restitutie, alleen in een bijzonder geval, nu in genoemd ar
tikel 21 sub b van het reglement gemeentelijke kredietbank is
geregeld daaruit te lichten en de toepasbaarheid daarvan te be
grijpen in een algemeen artikel in de verordening inzake de op
de geldleningen van de kredietbank vallende kosten.