aan de raad der
gemeente Breda
St/3/14246
13 februari 1974
bijl. 73
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot benoeming van de
leden van de welstandscommissie
In artikel 85 van de woningwet is bepaald, dat de gemeenteraad
een deskundig college aanwijst voor het schriftelijk uitbrengen
van een advies bij de toepassing van de voorschriften omtrent
de welstand.
In de door U op 15 augustus 1968 vastgestelde verordening,
regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de welstands
commissie, is bepaald, dat Uw raad telkens voor een periode van
5 jaren 4 personen benoemt, van wie telkens 3 volgens een door
de benoemden op te stellen rooster van jaarlijkse roulering
de welstandscommissie vormen.
De zittingsperiode voor de door U op 14 november 1968 benoemde
leden van de welstandscommissie is kortelings verstreken.
Thans dient derhalve opnieuw tot benoeming van de leden van
deze commissie te worden overgegaan.
De heer W.J.J. Croonen heeft ons college medegedeeld, dat hij
wegens drukke werkzaamheden niet voor een herbenoeming in aan-
merking wil komen.
Met het oog op de noodzakelijk continuïteit in het werk van de
commissie is herbenoeming van ten minste 2 leden wenselijk.
De heren Irs. J. van Buytenen en JIJ.F.K. Mouwcns kur-nen met
een herbenoeming door de raad instemmen. Daar het werk van de
welstandscommissie in de voorbije periode in het algemeen wel
aan onze verwachtingon heeft beantwoord menen wij hen zonder
rostrictio tot horbenoeming te kunnen voordrugen.