bijlage nr. 86 -2- In dit kader dient onderscheid genaakt te worden tussen: a. gebieden, waarvoor bestemmingsplannen op grond van de wet op de ruimtelijke ordening of plannen, die aangepast zijn aan de wet op de ruimtelijke ordening, van kracht zijn; b. gebieden, waarvoor niet aangepaste uitbreidingsplannen van vóór 1960 en bebouwingsverordeningen ex artikel 43 van de woningwet 1901 van kracht zijn; c. gebieden, waarvoor geen stedebouwkundige maatregel van kracht is. ad a.Voor zover voor een gebied een bestemmingsplan van kracht is op grond van de vet op de ruimtelijke ordening - dit betreft voor- namelijk de nieuwere wijken - of een voor een gebied geldend plan i._ aangepast aan de wet op de ruimtelijke ordening - de meeste plannen vastgesteld na 1960 - zijn er gebruiksvoorschriften van kracht. In deze voorschriften is t.a.v. het merendeel van de bestemmingen de bepaling opgenomen,dat bouwwerken met bijbehorende gronden niet mogen worden gebruikt voor de uitoefening van enige tak van handel en/of bedrijf en/of voor de uitoefening van enig beroep. Gesteld kan worden, dat in deze gebieden de vestiging van kortingwinkels en zelfbedienings warenhuizen uitgesloten is, indien niet de bestemming "winkels" aan de betreffende gronden is gegeven. Een uitzondering dient evenwel gemaakt te worden voor de terreinen met de bestemmingen "handel en bedrijf", "handel en nijverheid" of "(kleine) bedrijven". Ten tijde van boven genoemde aanpassing van de voorschriften was vestiging van korting winkels en zelfbedieningswarenhuizen op terreinen met deze bestemming uitgesloten, omdat toendertijd nog van kracht was de verordening, re gelende het gebruik van gebouwen en hun aanhorigheden*)afgekondigd op 3 juli 1959, voor zover het betrof bedrijven, die vallen onder dejj vestigingswet bedrijven 1954. Op 1 augustus 1972 is de vestigingswet bedrijven voor wat de detailhandel betreft vervangen door de vesti gingswet detailhandel. Optreden op grond van deze verordening is der halve niet moer mogelijk. Ter opvulling van deze leemte is het noodzakelijk de betreffende ge- bruiksbepalingen - voor zover in de bestemmingsplannen oogenonen - uit te breiden met een verbod detailhandel te beoefenen op terreinen met de bestemming "handel en bedrijf" of "handel en nijverheid" e.d. Dit is daarom ook juist, omdat terreinen met deze bestemming niet bedoeld zijn voor detailhandelsvestigingen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 371