gemeente Breda bij bijlage nr. 86 St/17214 De raad van de gebeente Breda; overwegende, dat het gewenst is meer regulerend te kunnen optreden ten aanzien van het gebreik van bouwwerken, open erven en terreinen dat de verordening tot regeling van het gebruik van gebouwen en hun aanhorigheden, afgekondigd 3 juli 1959, geen rechtskracht meer be zit; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op de gemeentewet; mede gelet op het instemmend advies van de commissie ruimtelijke ordening; besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de bouw verordening (vierde wijziging). Artikel I Ingevoegd wordt artikel 352, dat als volgt luidt: "Artikel 352. Verbod tot het gebruiken van bouwwerken, open erven en terreinen in afwijking van de bestemming. 1Zolang bij een bestemmingsplan, tot stand gekomen als uitbrei dingsplan of als voorschriften ex artikel 43 van de Woningwet 1901, hetzij vóór, hetzij na inwerkingtreding van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Stbl. no. 286 van 1962) geen voorschriften zijn gegeven omtrent het gebruik van de in die plannen of voor schriften begrepen bouwwerken, open erven of terreinen en geen aanpassing aan de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft plaats gevonden, is het verboden die bouwwerken, open erven of ter reinen te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de uit dat plan of die voorschriften voortvloeiende bestemming, nadat de bij het bestemmingsplan aangegeven bestemming is verwezenlijkt. 2. Het is verboden niet in een bestemmingsplan begrepen bouwerken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 372