aan de raad der
gemeente Breda
■bijlage nr. 89
F1/13843
13 februari 1974
Voorstel van burgemeester cn wet
houders tot beschikking over een
deal van de saldi-reserve in ver
band raet correcties op de winst
uitkeringen 1970 en 1971 van het
energie- en waterbedrijf.
Vanwege het Verificatiebureau van de Vereniging van Nederlandse
Gemeente is in de rapporten over de rekeningen 1970 en 1971
van het energie- en waterbedrijf onder meer gesignaleerd, dat,
in strijd met het raadsbesluit van 13 februari 1969, voor de
gemeenschappelijke activa werd afgeschreven op basis van de
historische aanschaffingsprijs. Tegen de gevolgde methode had
de accountant overigens geen bezwaar.
In het kader van het rekeningsonderzoek 1970-1971 heeft de
toenmalige raadsafdeling voor de financiën onder meer de vraag
gesteld, of meergenoemd raadsbesluit juist is toegepast, als
mede of de besluitvorming ter zake van het werkelijk gevolgde
afschrijvingsbeleid correct is geweest.
Ons antwoord moest ontkennend luiden, onder toezegging, dat
correctie achteraf zou plaatsvinden. De commissie financiën
heeft hiervan kennis genomen in haar vergadering van 3 augustus
1973.
Deze correctie houdt in, dat aan do herwaarderingsreserve van
het energie- cn waterbedrijf alsnog respectievelijk 144.646,84
en 245-922,36 dient te worden toegevoegd, zijnde de ten on
rechte niet gereserveerde bedragen over de jaren 1970 en 1971.
De aldus over die jaren te hoog berekende winstuitkering aan
de algemene dienst is ten laste van de saldi-reserve te resti
tueren aan het energie- en waterbedrijf.
De desbetreffende begrotingswijzigingen zijn ter visie gelegd*.