bijl. nr. 93 -5- onderzoeken tot hot plaatsen van beschutte wachtgelegenheden bij bushaltes (ABRIS) in de directe nabijheid van bejaarden centra. Met name heb ik toen aangedrongen op een spoedige plaatsing hiervan bij het bejaardencentra aan de Overakkerstraat omdat de bushalte (Zwijnsbergenstraat) hiervan meer dan 150 meter verwijderd is. Wanneer wij het openbaar vervoer willen bevorderen en aan bejaarden meer faciliteiten willen verlenen acht ik dit onder meer noodzakelijk. Bij informatie aan de B.B.A. deelde mon mij nee dat hiervoor reeds geld beschikbaar was gesteld, maar dat plaatsing in overleg met de gemeente zou geschieden. a Ik wilde U ingevolge art. 40 van het reglement van orde de na volgende vragen voorleggen: 1. is de mij meegedeelde informatie van de zijde der B.B.A. juist? 2. Zo ja, heeft Uw college een prioriteitsbepaling t.a.v. het plaatsen van beschutte wachtgelegenheden? 3. Kan het college bevorderen dat er op korte termijn stappen worden ondernomen om deze gelegenheden te realiseren bij be jaardencentra, in het bijzonder nabij de Zwijnsbergenstraat? ANTWOORD 1. Als U van de zijde van de B.B.A. werd medegedeeld, dat er gelden beschikbaar zijn voor het plaatsen van abri's in 1974 t.b.v. passagiers van de stadsautobusdienst, dan is die mededeling niet juist. 2. Als er een mogelijkheid ia (financieel gezien) om abri's te plaatsen geschiedt dit in overleg tussen de B.B.A. en ons col lege. 3. Het plaatsen van abri's nabij bejaardencentra en met name die nab.ij de Zwijnsbergenstraat heeft de aandacht van ons college. V/ij vrezen echter, dat gedurende 1974 deze voorziening niet meer getroffen zal kunnen worden. De reden hiervoor is gelegen in de omstandigheid, dat de gemeentelijke bijdrage aan de B.B.A. voor 1 974 zoals die in de gemeentebegroting werd geraamd gebaseerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 405