bijl. nr. 103 -2 particuliere huurwoningen. Tenslotte is er het deelplan omvattende de bouw van 5 woontorens met elk 60 portiekwoningen op terrein aan de Eoeselarestraat, westelijk van het winkelcentrum. 0.13 voorstel om voor dit plan aan de meergenoemde A.W.V. geldelijke steun ingevolge de woningwet te verlenen is destijds in de commissie voor openbare werken niet tot een eenstemmig advies kunnen komen. Gevoegd bij de omstandigheid, dat de Directeur-Generaal van de volks huisvesting en de bouwnijverheid ons had doen weten,dat hij aan het tot 3tand konen van de hoogbouw-conplexen in de randbebouwing slechts voorwaardelijk zou willen medewerken, is dit voorstel dan ook niet aan Uw raad aangeboden. liet name zouden bij eventuele leegstand ii .deze complexen in de toekomst de finacië'le gevolgen daarvan geheel ten laste van de bouwvereniging en dan wel van de gemeente komen. Zoals bekend mag worden geacht hebben wij met de Directeur-Generaal voornoemd over deze kwestie gesproken, bij welke gelegen heid hij zich bereid verklaarde in het belang van de continuïteit van de sociale woningbouw voor x-honderd woningen - genoemd werd toen een aantal van 200- de minister te adviseren dit voorbehoud te laten vallen. Hoewel de betreffende bouwvereniging aanvankelijk vanwege bedoeld voorbehoud de woningen niet wilde bouwen, is zij na deze wending en omwille van het hiervoor genoemde belang op haar besluit terugkomen. Het bouwplan is inmiddels tevens op onderdelen wat gewijzigd, waarvan het belangrijkste is, dat mede op instigatie van dc Hoofdingenieur-Directeur van de volkshuisvesting enz. in Hoord-Brabant in elke torenflat 2 liften worden aangebracht. 'rfij hebben stellige verwachting, dat de minister nu met het bouwplan akkoord zal gaan en de geldelijke steun ingevolge de woningwet zonder restrictie zal willen verlenen. De torens zijn moest gunstig gesitueerd - ook in stedebouwkundige zin - ten opzichte van het winkelcentrum. Eet zijn kleine woningen, te weten 100 woningen met 1 on 200 woningen met 3 verblijfeenheden waarvoor redelijke luren bedongen kunnen worden. Voorts zijn in plaats van 100 in het oorspronkelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 432