aan de raad der
gemeente Breda
W/1/23831
27 februari 1974
bijlage nr. 115
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot hot verstrekken van
een extra subsidie over do jaren
1969 en 1370 aan het Jeugd en
Jongerencentrum te Breda.
Vanaf 1968, het jaar waarin de Jeuganota 1968 en de daarin
opgenomen Jeugdsubsidieregeling door Uw raad zijn aangenomen
en/of vastgesteld, verleent het Jeugd en Jongerencentrum aan de
diverse groepen en organisaties binnen het jeugd en jongerenwerk
materiële en immateriële service.
De materiële service bestaat onder meer uit het verzorgen van
type- en stencilwerk, het frankeren en verzenden van post, het
beschikbaarstellen van vergaderruimte), het gezamenlijk in- en ver
kopen van diverse materialen enzovoorts.
Met betrekking tot het verlenen van deze materiële service heeft
ons college steeds op het standpunt gestaan, dat aan de van deze
service gebruikmakende groepen en/of instanties in ieder geval
een gedeelte vande totale kosten moest worden doorberekend.
In concreto is met name gesteld, da,t de kostprijs van materialen
en porti door de groepen en/of organisaties zouden moeten worden
betaald.
Zowel mondeling als schriftelijk is dit in 1968, 1969 en 1970
meerdere malen aan het toenmalige bestuur van het Jeugd en
Jongerencentrum medegedeeld.
Ket destijds zittende bestuur van het Jeugd en Jongerencentrum
besloot echter expliciet aan het standpunt van ons college
voorbij te gaan en verleende de totale service gratis, "ten einde
de binding en coördinatie zo groot mogelijk nut af te laten
werpen".