bijl. nr. 115
-3-
van het Jeugd en Jongerencentrum beslist geen positieve in
vloed op een beslissing aangaande subsidiëring van het
Jeugd en Jongerencentrum vanwege het Rijk zullen hebben.
Resumerend stellen wij U voor het Jeugd en Jongerencentrum
een extra subsidie te verstrekken ad 36.384,65, zijnde
het geactiveerde nadelige saldo ad 41.446,23 minus
het eigen geldelijk vermogen, groot 5.061,58.
De financiële consequenties van deze extra subsidiëring
kunnen worden gedékt uit de in de jaren 1970 en 1971 in de
jaarrekeningen van de dienst voor jeugd en sport opgenomen
verplichtingen van in totaal 68.329,46.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van
de commissie van advies en bijstand voor jeugd, sport en
recreatie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx 'burgemeester,
van den Dam secretaris.