aan de raad der
gemeente Breda
LJ)
st/4/09565
28 november 1973
bijlage nr. 12
Schrijver, van burgemeester en wet
houders houdende informatie tor zake
van het kostenverloop van het project
"Breda-hoog".
110 v.
Bij de behandeling in Uw vergadering van 16 maart 1972 van ons voorstel
tot versterking van het totaalkrediet voor het aandeel van do gemeente
in do koston van de hoogspoorwerkon "Brodn-hoog" on do bijkomende
werken,en tot dekking van de totale kosten van dit project, bijlage
nr, 70 van 1972*, is vnnuit Uw midden aangedrongen op regelmatige(r) in
formatie omtrent het kostenverloop van de hoogspoorwerken c.a.
Van do zijdo van ons collogo ia enerzijds tor voldoening nnn Uw wencon,
doch eveneens uit besef van eigen verantwoordelijkheid toegezegd, U
periodiek te informeren over do voortgang en do financiële situatie bij
dit project en eventuele afwijkingen van de cijfers, zoals die toen bekend
waren - ook in de indexering en de kosten van lonen en prijzen - telkenjare
aan Uw raad kenbaar te maken.
Ka de beduidende en ingrijpende verhoging van do eerder gevoteerde kredieten
in maart 1972 mocht zonder meet verwacht worden, dat nu met de beschikbare
kredieten, gebaseerd op hernieuwde en aangepaste - tevens op verantwoorde
wijze geïndexeerde - kostenramingen voor realisering van de geplande werken
volstaan zou kunnen worden. En inzonderheid dat het kostenverloop in de
eerste tijd zeker niet tot nadere kredietversterking zou nopen.
In zijn algemeenheid is deze verwachting ook wel juist gebleken, een con
clusie welke wij durven baseren op de recentelijk door de N.V. Nederlandse
Spoorwegen, hierna aan te duiden met N.S., verstrekte gegevens, alsook op
die uit de administratie van de dienst van openbare werken, welke met de
kredietbewaking is belast.
Mogen wij ons ontslagen achten van een technische uiteenzetting, een weer
gave dus van de voortgang van het complex van werken en wat daarmede samen
hangt. De gestage voortgang van hot werk valt duidelijk op, en do resultaten