an de raad der
lemeente Breda
Ipöfi
EK/26500
28 maart 1974
Bijlage nr.
Preadvies van burgemeester en wethouders betref
fende de door Gedeputeerde Staten var. Poord-Era-
bant voorgenomen herziening van da "Vergoedings
regeling reads- en commissieleden 1971".
In hun brief van 27 februari 1974, afdeling III, G nr. 358.631 hebben Gedeputeerde
Staten van Uoord-Brabant ons bericht voornemens te zijn de "Vergoedingsregeling
raads- en commissieleden 1971" te herzien, teneinde tot een verbetering van de fi
nanciële positie van de raadsleden te komen. Bij die regeling zijn de bedragen
vastgesteld, die gelden als vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van do
gemeenteraad, van zijn afdelingen er. van door de raad ingestelde commissies. Zij is
voor de gehele provincie van kracht en geldt uiteraard slechts, indien en voor zover
de raad dor betrokken gemeente heeft bepaald, dat voor het bijwonen van de hiervoor
bedoelde vergaderingen een vergoeding zal worden genoten.
De vergoedingsbedragen zijn door Gedeputeerde Staten vastgesteld naar gelang van
het aantal inwoners van de betrokken gemeenten.
Krachtens de hiervoor bedoelde regeling, gewijzigd bij besluit van Gedeputeerde Sta
ten van 27 december 1972, genieten de leden van Uw raad sedert 1 januari 1975 een
vergoeding van 60,per raadsvergadering en de leden van door Gw raad ingestelde
Commissies een vergoeding var, 50,per vergadering met dien verstande, dat laatst-
vermeld bedrag met 10,wordt verhoogd, als de vergadering vóór 17.00 uur is aan
gevangen.
Als Gedeputeerde Staten de nieuwe regeling conform het ons toegezonden concept vast
stellen, betekent dit, dat de hiervoor genoemde bedragen van 60,en 50,met
terugwerkende kracht tot 1 januari 1974 worden verhoogd respectievelijk tot 95,
en 71,25 (75 van het bedrag voor het bijwonen van een raadsvergadering). De be
paling, dat'het vergoedingsbedrag voor het bijwonen van een commissievergadering
wordt verhoogd met 10,als die vergadering vóór 17.00 uur is aangevangen, komt
dan te vervallen.