fell
aan de raad der
gemeente Breda
«J t
bijlage r.r.
Voorstel var. burgemeester er. wethouders ir.zsk
l/27928 doorberekening van de keffing luchtvepontrei-
10 april 1974 -niging op aardgas.
i'
sg on
oma tig
5 het
vergadering
voorzitter
secretaris*
Krachtens artikel 65 van de Wet luchtverontreiniging*) stelt het Rijk heffingen
in ter bestrijding van de kosten, verbonden aan de uitvoering van deze wet.
Aan dergelijke heffingen kunnen o.m. worden onderworpen degenen.dio een brandstof
gebruiken, behorer.de tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen ca
tegorie.
Tor uitvoering van genoemde wet is por 1 juli 1972 het heffingenbesluit brandstof
fen luchtverontreiniging*) in werking getreden. Dit houdt o.m. in, dat alle ver
bruikers, die aardgas als brandstof gebi-uiker,, ingevolge dit besluit een toeslag
op deze brandstof verschuldigd zijn. Deze toeslag werd vastgesteld op 0,15 por
1.000 m3. Voor de kleinverbruikers en blokverwarming werd deze toeslag aan de dis
tributiebedrijven in rekening gebracht.
Voor de grootverbruikers werd de toeslag voor rekening var. do Gasunie gehouden,
omdat een soortgelijke heffing op olieproducten voor deze categorie verbruikers
reeds automatisch in de gasprijs doorwerkt.
Het hoofdbestuur var. de Vereniging van Exploitanten van Gasbedrijven in Nederland
(Vegin) heeft destijds aan de leden geadviseerd de heffing niet door te berekenen,
gelet op het geringe bedrag per verbruiker, dat met de heffing gemoeid was. Op jaar-
basis ging het bij het energie- en waterbedrijf om een totaal van 15.COO,
Dit advies is door ons opgevolgd.
Nu krachtens Koninklijk Besluit vah 19 januari 1974 (S 307)*) de heffing op aardgas
per 1 januari 1974 is verdubbeld heeft het Hoofdbestuur van de Vegin de ieder, gead
viseerd de heffing van 0,30 por 1.0G0 a3 aardga3 nu wel aan de afnemers in reke
ning te brengen. Eet Ministerie van Economische Zaken heeft voor deze doorbereke
ning een generale bewilliging afgegeven.