aan de raad der
gemeente Breda
bijl
nr. 162
St/27567
17 april 1974
Preadvies van burgemeester en wet
houders inzake de verkoop van
woningwet- en andere in complexen
geëxploiteerde woningen.
In Uw vergadering van 15 maart 1973 heeft Uw raad, overeenkomstig
ons preadvies bijlage nr. 100* ermede ingestemd, dat de verkoop-
mogGliJkhsid voor woningwet: on andere in complexen, geëxploiteerde
woningen, wederom voor één jaar zou worden opgeschort en dat de
situatie alsdan opnieuw zou wordon bezien.
Naar onze mening gelden de daarin aangevoerde argumenten, welke
beogen het areaal goedkopere woningen zo groot mogelijk te houden,
nog steeds in tenminste dezelfde mate. Hierin zijn wij nog gesterkt,
doordat in het laatste jaar door de minister van volkshuisvesting
en ruimtelijke ordening een pakket daarop gerichte maatregelen is
genomen of aangekondigd. Deze hebben enerzijds ten doel de bouw
van goedkope woningen te stimuleren c.q. dure of duurdere woningen
door extra subsidies ook voor de minder draagkraohtigen betaalbaar
te maken en anderzijds de vernieuwbouw extra injecties te geven.
Aan deze argumentatie kan nog worden toegevoegd, dat door de
verkoop van woningen de doorstromingsmogelijkheid verder wordt be
perkt en dat verkochte woningen voor de toewijzing verloren zijn.
Daarnaast is het, gezien de optrekking vandelimiet van het belastbaar
inkomen, in het tweede jaar voorafgaande aan het jaar waarin hto
verzoek tot aankoop wordt gedaan, tot 23.000,helemaal niet
denkbeeldig en waarschijnlijk zelfs zeker, dat eengezinswoningen
met een huur van 150,a 200,per maand eigendom worden
van personen met een te hoge huuroapaciteit (afgestemd op het
bruto-inkomen) met name die welke het tweer a drievoudige zouden
kunnen betalen.
Ook nu weer hebben wij naar het ter zake door de woningbouwver
enigingen ingenomen of in te nemen standpunt geïnformeerd. Kon
vorig jaar van eenstemmigheid daarin worden gesproken, thans is
toch wel van enig nuance-verschil sprake.