aan de raad der
gemeente Breda
P1/28981
24 april 1974
bijlage nr. 163
Nota inzake het al dan niet toe
passen van een winstopslag op
het reinigingsrecht.
1Het toepassen van een winstopslag op het reinigingsrecht
is ter sprake gekomen bij de budgetverdeling voor de begro
tingen 1974. Bij de in eerste aanleg aangedragen oplossingen
voor het sluitend maken van de begroting van het vervoerbe-,
drijf, op basis van het toegewezen budget, is o.m. een winst
opslag op het reinigingsrecht genoemd van 30$ (het maximum
van het begrip "matige winst").
Ons college heeft dit alternatief niet overgenomen en het
reinigingsrecht voor 1974 doen vaststellen op het bedrag
van de kostprijs van de dienstverlening.
2. Het toepassen van een winstopslag op het reinigingsrecht is in
tweede instantie aan de orde gekomen bij de behandeling van
de nota sanering. Toegepaste bezuinigingen in de retributieve
sector leiden ertoe, dat de kostprijs van de huisvuildienst
voor 1974 daalt ten opzichte van het reeds vastgestelde tarief
met +10$; dit is in zekere zin als een winstopslag aan te
merken. Dit is door de raad geaccepteerd, onder de uitdrukke
lijke stellingname, dat toepassing van een winstopslag in de
zin als bedoeld onder punt 1 afzonderlijk aan de raad zal
worden voorgelegd.
3. In het kader van de voorbereiding van de begroting 1975 is
het gewenst deze zaak thans wederom ter discussie te stellen.
Ter bepaling van ons standpunt heeft ons college het navolgende
overwogen:
a. bekend is, dat op.retributies een matige winstopslag mag
worden toegepast.
Aan de jurisprudentie kan worden ontleend, dat de boven
grens op 30$ ligt.