bijl. nr. 170 ANTWOORD (ing. art. 40, 2e lid, R.v.O.). Ir. het bestemmingsplan "Emer" heeft het perceel Leegstraat 182 de bestemming "industrieterrein". In afwachting van het in gebruik nemen van dit terrein voor industrievestiging zou voor het plaatsen van het voormalige jeugdgebouw een tijdelijke vergunning kunnen worden verleend. Het probleem daarbij is echter dat op het moment dat het terrein door een industrievestiging gebruikt gaat worden, opnieuw een nieuwe vestigingsplaats voor het jeugdgebouw gevonden moet worden, met alle daaraan verbonden kosten en problemen. Gelet op het vorenstaande hebben wij dan ook besloten op dit moment nog geen tijdelijke vergunning voor de plaatsing van hot jeugdgebouw bij het pand leegstraat 182 te verlener, doch hebben wij de dienst van openbare werken opdracht ge geven, indien mogelijk, een vervangende standplaats aan te wijzen, welke plaats wellicht een meer permanent karakter kan krijgen. VRAAG (ingevolge art. 40 reglement van orde). De heer Ulhot tijdens de rondvraag, zie o.a. hiervoor biz 181 van de notulen van de raadsvergadering van 18 februari 1974, heeft onderge tekende aan Uw college een aantal vragen gesteld m.b.t. de plaatsing van het z.g. "scharenproject" op het gazor. voor het Gemeentelijk Sportcentrum. Blijkens Uw antwoord d.d. 9 april 1974 zou de plaats van dit kunstwerk - na uitvoerig óverleg, en afweging van diverse mogel heden - geheel in samenspraak met de kunstenaar, de heer Th. Besemer, zijn vastgesteld. Desgevraagd heeft de heer Besemer mij evenwel medegedeeld, dat hij er zich - na wat hij noemt oeverloze gesprekken bij heef neergelegd, dat het produkt van zijn arbeid zou worden geplaat daar waar het nu staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 683