bijl. nr. 175
-2-
Bezwaarschrlft J.A.J. Krijnen.
Reclamant maakt - mede namens zijn echtgenote - bezwaar tegen
de onteigening, omdat het betreffende bestemmingsplan nog niet
is goedgekeurd door de Kroon. Dit concludeert hij uit de om
standigheid, dat hij tot nu toe nietsheeft vernomen van zijn
op 3 juli 1970 aan H.M. de Koningin verzonden bezwaarschrift
tegen het bestemmingsplan Princenhage-West II. Ben afschrift
van dat bezwaarschrift is als bijlage gevoegd bij zijn be
zwaarschrift tegen het onteigeningsplan.
Voorts wijst reclamant op de situatie, dat hij een aantal jaren
geleden zijn bedrijf aan de Doelenstraat aan de gemeente heeft
moeten verkopen, waarna hij een nieuw bedrijf heeft gesticht
in het onderhavige gebied.
Reclamant is van oordeel, dat het gebied Princenhage-West II
niet aan woningbouw behoort te worden opgeofferd, doch voor de
(glas)tuinbouw beschikbaar dient te blijven. Een goede ruimte
lijke ordening van het grondgebied van Breda vereist naar zijn
mening zeker niet het bebouwen met woningen van het onderhavige
gebied
Zoals vermeld is het bestemmingsplan Princenhage-West II bij
koninklijk besluit van 4 januari 1973 definitief goedgekeurd.
Uit dit koninklijk besluit blijkt niet, dat door reclamant
beroep is aangetekend bij de Kroon tegen dat bestemmingsplan.
De inspecteur van de ruimtelijke ordening, die wij om advies
hebben gevraagd inzake de ingediende bezwaarschriften, deelt
meef dat uit informaties, die hij heeft ingewonnen bij het
ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening afde
ling juridische zaken en bij het kabinet der koningin, niet is
gebleken, dat appellant een bezwaarschrift heeft ingediend bij
de Kroon.
Op 22 mei 1969 hoeft Uw raad besloten tot vaststelling in twee
delen van hot bestemmingsplan Princenhage-West. Dit besluit hield
in dat aan dat gebied een woonbestemming werd gegeven.
Naast de noodzaak van continuering van de woningbouw in Breda
werd hierdoor ook de mogelijkheid geschapen om door verjonging