bijl. nr. 175 -3- en uitbreiding van de bevolking het gebied Princenhage en het daar aanwezige verzorgingsapparaat nieuwe impulsen te geven. Voor de realisering van het bestemmingsplan Princenhage-West II zijn de percelen van de heer Krijnen onmisbaar. Indien reclamant daarmee akkoord gaat zal hem een vervangende kavel tuinbouwgrond in het gebied Heilaar worden aangeboden. De grootte van de vervangende kavel is zodanig, dat toewijzing eerst kan plaatsvinden, nadat het definitieve toedelingsplan in het kader van de ruilverkaveling in dat gebied gereed is, hetgeen naar verwachting medio juli 1974 het geval is. Bezwaarschrift A. Verdaasdonk. Reclamant heeft niet zozeer bezwaar tegen de onteigening van 2100 m2 van zijn kavel tuinbouwgrond, die in totaal een opper vlakte beslaat van 1.20.94 ha. Zijn bezwaar richt zich meer tegen het feit, dat de overblijvende tuin temidden van een nieuwe woonwijk komt te liggen. Hij geeft er de voorkeur aan zijn bedrijf ter plaatse af te staan en elders opnieuw te beginnen. Reclamant heeft er weinig vertrouwen in, dat de lopende onderhandelingen met succes kunnen worden afgerond. Een door de gemeente aangeboden vervangende kavel tuinbouwgrond is voor hem niet aanvaardbaar. Voorts acht hij het onjuist, dat de lopende en komende onderhandelingen ge voerd moeten worden onder druk van een dreigende onteigening van een gedeelte van zijn perceel. Aan het gedeelte van het bestemmingsplan Princenhage-West II, dat gelegen is tussen de Mastbosstraat, Dreef, Doelen, Hovenier- straat en de geplande verbindingsweg Hovenierstraat - Mastbos straat is door gedeputeerde staten bij besluit van 13 mei 1970 goedkeuring onthouden. Voor zover de percelen van reclamant in dit gebied zijn gelegen, zijn zij niet in het voorliggende onteigeningsplan opgenomen. Bovengenoemde 2100 m2 zijn onmisbaar voor de realisering van het plan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 702