aan de raad der
gemeente Breda
St/O/15532
15 mei 1974
Bijlage nr. 177
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het beschikbaarstellen
van een krediet voor de reconstruc
tie van een gedeelte van de Ginne-
kenstraat
Medio 1969 werd het gedeelte van de Ginnekenstraat tussen de Karne-
0 melkstraat en de Houtmarkt enerzijds en de Akkerstraat anderzijds
gereconstrueerd tot voetgangersgebied en werden in dat straatge
deelte dezelfde verkeersmaatregelen van kracht als in de straten,
die toen reeds omgebouwd waren. Bij de Akkerstraat moesten de
rsconstructiewerken toen gestopt worden, omdat
a. een beduidend aantal winkeliers gevestigd in het gedeelte van
de Ginnekenstraat tussen de Akkerstraat en het van Coothplein
niet bereid was een aandeel in de ombouwkosten te betalen;
b. een aantal winkeliers bevreesd was schade te zullen ondervinden
vanwege het dan niet langer mét auto's bereikbaar zijn van hun
zaak.
In de praktijk bleek al spoedig, dat het noodzakelijk was in be
doeld gedeelte van de Ginnekenstraat maatregelen te nemen ter be
scherming van de voetgangers, omdat de belangen van deze categorie
verkeersdeelnemers voortdurend in botsing kwamen met de belangen
van het rijdend verkeer. Medio 1971 waren wij genoodzaakt de Gin
nekenstraat gesloten te verklaren voor alle verkeer in beide rich-
0 tingen behalve voor voetgangers. Voor het laden en lossen van goe
deren werd een zelfde regeling getroffen als in het voetgangersge
bied. Wij hebben de getroffen verkeersmaatregelen op de voor
geschreven wijze gepubliceerd en belanghebbenden in de gelegenheid
gesteld daartegen eventuele bezwaren in te dienen. Van deze
gelegenheid werd geen gebruik gemaakt.
Door deze maatregelen functioneert het laatste deel van de Gin-
nekenstraat op dezelfde wijze als het voetgangersgebied, doch in
de praktijk' is wel gebleken, dat winkelende voetgangers de aan
wezige trottoirs als hinderlijk ervaren, omdat de voetgangers-
stroom in dat straatgedeelte niet zo groot is als in de reeds om
gebouwde straten.