aan de raad der
gemeente Breda
Voorstel van burgemeester en
wethouders tot vaststelling
van een nieuwe arbeidsovereen
komstenverordening.
Het materiële onderscheid tussen de arbeidsovereenkomst naar bur
gerlijk recht en het ambtelijk dienstverband begint langzamerhand
te vervagen. Ter illustratie van deze ontwikkeling moge verwezen
worden naar bijvoorbeeld een tweetal beschikkingen die de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid ingevolge het Aanwijzingsbe
sluit verplicht verzekerden ziekenfondswet heeft genomen, waar
door arbeidscontractanten met een inkomen beneden de loongrens
nuet meer verplicht verzekerd zijn ingevolge de ziekenfondswet in
dien zij krachtens hun arbeidsverhouding verplicht deelnemen in
het I.Z.A.
Bijlage r.r. 187
Het centraal orgaan van de gemeenschappelijke regeling ter beharti
ging van gemeentelijke personeelsaangelegenheden heeft uit deze
ontwikkeling de conclusie getrokken dat er geen behoefte meer be
staat aan de eerste afdeling van de thans nog vigerende arbeids
overeenkomstenverordening naast de in het algemeen ambtenarenregle
ment bestaande mogelijldaeden van een vast of tijdelijk dienstver
band. Deze eerste afdeling regelt zeer gedetailleerd de meest
voorkomende gevallen waarin als juridische vormgeving voor het
dienstverband de arbeidsovereenkomst wordt gebruikt; de tweede af
deling van deze verordening regelt de arbeidsovereenkomst voor
enkele bijzondere gevallen door in principe te verwijzen naar
collectieve arbeidsovereenkomsten voor overeenkomstig personeel
in het particuliere bedrijf. In het aan U aangeboden voorstel wordt
alleen deze tweede afdeling gehandhaafd.
Volgens artikel 1 van deze verordening zal zij nog alleen toepasse
lijk zijn in een viertal gevallen bij een tijdelijke aanpassing
van het personeelsbestand aan een wisselende behoefte, bij een te
werkstelling als leerling, bij het verrichten van werkzaamheden