bijl. nr. 187 in de plaats van dit artikel 8 de tekst opgenomen van artikel 44, tweede lid, van ds huidige arbeidsovereenkomsten- verordening, Ten slotte hebben wij, wegens de daarin behandelde materie, in een nieuw artikel 9 bis een bepaling opgenomen die het centraal orgaan als een afzonderlijke verordening in zijn- modellen-verzameling heeft opgenomen. Bij een vaste of tijdelijke aanstelling in ambtelijke dienst is een verplichte verzekering ingevolge de ziekenfondswet niet mogelijk. Heeft men echter oen betrekking waarvan de arbeidsduur minder dan 3/5 deel bedraagt van cle voor een soortgelijke betrekking normaliter vastgestelde arbeidsduur, dan kan met ook niet deel nemen in het instituut ziektekostenvoorziening voor ambtenaren. Om nu te -voorkomen dat een ambtenaar met een gedeeltelijke be trekking met een arbeidsduur beneden de genoemde grens en een inkomen beneden de loongrens wat betreft zijn ziektekostenver zekering zou- zweven, is artikel 9 bis noodzakelijk. Sr kunnen zich situaties voordoen, bijvoorbeeld wanneer de echtgenoot van een gehuwde werkneemster verplicht verzekerd is, waarin er geen bezwaar bestaat tegen een vast of tijdelijk dienstverband zonder I.Z.A.-deelnemerschap. Mochten er wel bezwaren bestaan tegen een dergelijk dienstverband, dan is, eventueel in afwijking van het bepaalde in de overige artikelen van de arbeidsovereen komstenverordening, een indienstneming op arbeidsovereenkomst mogelijk. Gevolg van deze nieuwe arbeidsovereenkomstenverordening zal zijn dat de arbeidsovereenkomst nog slechts sporadisch zal worden gebruikt en dat in de meeste gevallen een benoeming zal plaats vinden met een vast of tijdelijk dienstverband. Dit heeft consequentie op het punt van doorbetaling van loon bij ziekte, ontslagmogelijkheden en financiële voorzieningen na ontslag. Hierbij dient men echter wel te bedenken dat in de situaties waarin nu nog gebruik wordt gemaakt van een arbeids overeenkomst, deze in de overgrote meerderheid van de gevallen van beperkte duur is, namelijk bij jeugdigen tot ze de leeftijd van 23 of 25 jaar hebben bereikt en in het geval van een proef-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 748