bij bijl. nr. 187 -4-
een arbeidersovereenkomst worden gesloten, waarop de bepalingen
van het Burgerlijk Wetboek, boek 3, 7e titel A, 1e tot en met
5e afdeling, van toepassing zijn.
Op de in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst zijn de artikelen
A5, A8, C103, C5 tot en net C14, E1 tot en met E16, E19, H8,
H15, H16 en de hoofdstukken D, F en G van het Algemeen Ambte
narenreglement voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toe
passing.
Indien de in lid 1 bedoelde arbeidsovereenkomst door burge
meester en wethouders wordt beëindigd anders dan op grond van
een dringende reden in de zin van artikel 1 639 P van het Bur-
gerlijk Wetboek, is de Uitkeringsverordening zoals die thans
luidt en in de toekomst zal luiden, van overeenkomstige toepas
sing.
Artikel 10
In de commissie voor georganiseerd overleg, bedoeld in artikel
A 5, lid 1, van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt overleg
gepleegd over voorstellen tot wijziging van deze verordening,
voor zover daarin niet wordt voorzien door het centraal over
leg ingevolge de gemeenschappelijke regeling betreffende be
handeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden.
Artikel 10 bis
In gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijk
heid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders de nodige
voorzieningen treffen.
Artikel 11
Deze verordening, welke kan worden aangehaald als "Arbeidsover- I
eenkomstenverordening"treedt in werking met ingang van 1 juli
1974.
Met ingang van de in lid 1 genoemde datum vervalt de vóór deze
datum geldende Arbeidsovereenkomstenverordening met de krach
tens die verordening vastgestelde voorschriften, behoudens het
bepaalde in de leden 3 en 4.
Met inachtneming van het bepaalde in lid 4 blijft voor de op