bij bijl. r.r. 183
Voor de toepasing van lid 1 wordt net verplaatsing gelijk
gesteld:
a. hot in opdracht van burgemeester en wethouders verlaten
van een dienstwoning bij ontslag, tenzij dit ontslag is
verleend op eigen verzoek - geen verband houdende net
pensionering - dan wel als gevolg van aan belanghebbende
naar het oordeel van burgemeester en wethouders te wijten
feiten of omstandigheden;
b. het verlaten van een dienstwoning door de nagelaten
gezinsleden in verband met het overlijden van belang
hebbende.
Bij toepassing van lid 2 wordt een vergoeding in de verhuis
kosten, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder a, b, d, en e,
verleend, met dien verstande dat deze vergoeding niet meer
bedraagt dan die waarop aanspraak zou bestaan bij ver
huising binnen het woongebied.
Artikel 3
Aan de belanghebbende die in dienst van de gemeente is ge
treden en als gevolg daarvan noodzakelijk móest verhuizen,
kan met inachtneming van de artikelen 5 en 6 een verhuis
kostenvergoeding door burgemeester en wethouders worden ver
leend.
Indien de in lid 1 bedoelde belanghebbende in verband met
zijn indiensttreding een woning buiten het woongebied heeft
betrokken, kan de verhuiskostenvergoeding slechts worden ver
leend, indien op grond van artikel F 18, lid 4, van het
Algemeen Ambtenarenreglement ontheffing is verleend.
Bij verhuizing als gevolg van een indiensttreding, als be
doeld in lid 1kan slechts een verhuiskostenvergoeding
worden verleend, indien de belanghebbends schriftelijk
heeft verklaard, dat hij de ontvangen vergoeding zal terug
betalen ingeval hij op verzoek of ten gevolge van aan hem
zelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen, ten
zij dit ontslag ingaat twee jaren of langer na de indienst-
troding en dén jaar of langer na de verhuizing. Overgang
zonder onderbreking naar een andere tak van dienst van de
zelfde gemeente of naar een van haar bedrijven, of instel
lingen wordt niet als ontslag-op verzoek beschouwd.
Artikel 4
Geen verhuiskostenvergoeding ingevolge artikel 2 en artikel 3,
lid 1wordt verleend indien de verhuizing niet heeft plaats
gevonden binnen een bij algemeen verbindend voorschrift door
burgemeester en"wethouders vastgestelde termijn na het ont
staan van de verplichting tot verhuizing.