-4- bij bijl. nr. 183 Het overeenkomstig het vorenstaande berekende bedrag wordt ver-: meoracrd met 100,voor elk tot het gezin behorende meae- vcrhuizer.de en ten laste van de belanghebbende komder.de kind. 3 Aan de belanghebbende die op de datum van verplaatsing of in diensttreding geen eigen huishouding voert of wiens eigen huis houding niet naar de nieuwe woning wordt overgebracht, wordt, behoudens hot bepaalde in de volgonde volzin, in de regel geen andere vergoeding verleend dar. die bedoeld in lid 1 onder a, b en d. In bijzondere omstandigheden kan een vergoeding in de kosten, becioeld in lid 1, onder c en c;worden verleend, met dier. verstande dat deze vergoeding niet meer bedraagt dan 4# van do jaarbezoldiging van belanghebbende op de dag waarop de nieuwe woning kan worden betrokken, veinoerderd net 100,-- voor elk tot het gezin behorend, modeverhuizend en ten laste van belanghebbende komend kind. Artikel 6 1 Voor een belanghebbende die in een woonschip of woonwagen is gehuisvest cn zulks na zijn verplaatsing of indiensttreding voortzet, bestaat, in afwijking van artikel 5, lid 1, de verhuiskostenvergoeding uit: a. een bedrag voor de noodzakelijk gemaakte reis- en zo nodig overnachtingskosten voor het regelen van de nieuwe ligplaats van het woonschip of de nieuwe standplaats van de woonwagen door belanghebbende voor ten hoogste één reis; b. een bedrag voor de kosten verbonden aan het vervoer van de belanghebbende en zijn gezinsleden, naar de nieuwe ligplaats van het woonschip of naar de nieuwe standplaats van de woonwagen en zo nodig voor over nachtingskosten c. een bedrag voor de kosten verband houdende met het ver voer van het woonschip of de woonwagen; d. eon bsJi'ug vaoï' de ksabea van eventuele aansluiting op de waterleiding, de gasleiding en het elektrische net en van hernieuwde aansluiting op het telefoon- en draadomroepnet e. een bedrag voor eventuele ombouwkosten van elektrische apparaten en gastoestellen, voor zover deze kosten nood zakelijk zijn als gevolg van een verschillend voltage, respectievelijk van een verschillend soort gas in de oude en in de nieuwe lig- of standplaats. 2 De verhuiskostenvergoeding, bedoeld .in het vorige lid, zal niet te boven gaan aan het bedrag aan transportkosten, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b, voor het vervoer van een in boedel van 20 m3 van de oude naar de nieuwe woonplaats, ver meerderd mot 12>' van de jaarbezoldiging van belanghebbende op ue dag van aankomst van het woonschip of de woonwagen in de nieuwe lig- of standplaats, verhoogd mot 100, voor elk tot het gozin behorend modeverhuizend ten.laste 'van belanghebbende komend kind.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 760