Artikel 7 -5- bij bijl. nr. 188 Onder opknapkosten, bedoeld in artikel 5, lid 1, onder c, worden verstaan de kosten van die timmer-, metsel- en schilder- werkzaamheden en dergelijke, welke strikt noodzakelijk zijn om de huurwoning voor belanghebbende en zijn gezinsleden in be woonbare staat te brengen, zulks ter beoordeling van burge meester en wethouders, voor zover deze kosten niet ten laste van de huiseigenaar kunnen worden gebracht. Onder opknap- kosten worden de kosten van behangen en witten niet begrepen. Van de in het vorige lid bedoelde opknapkosten kan slechts een bedrag worden vergoed, indien het, mede ter beperking van reis- en pensionkostenvergoedingen, voor de gemeente van voldoende belang is dat de belanghebbende de woning betrekt. Van de opknapkosten blijft een bedrag van dón procent van de jaarbezoldiging van belanghebbende op de dag waarop de nieuwe woning kan worden betrokken voor diens rekening. Indien de opknapkosten geen kosten voor arbeidsloon omvatten, kunnen burgöraoüfitor on wethouders hiervan afwijken. De tegemoetkoming zal in de regel een bedrag van 500, niet te boven gaan. Om voor een tegemoetkoming in de opknapkosten in aan merking te komen, moet belanghebbende, alvorens tot uit voering wordt overgegaan, een gemotiveerd voorstel bij burgemeester en wethouders indienen onder overlegging van een kostenbegroting. He.t in bewoonbare staat brenger, van een door belanghebbende in eigendom verworven woning blijft voor diens rekening. In zeer bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders hiervan afwijken. Artikel 8 Aan een belanghebbende die buiten het woongebied is ge vestigd en die a. wegens woningiood of b. omdat ook naar het oordeel van burgemeester en wethouders in het 'woongebied geen passend pension beschikbaar is, of c. wegens andere naar het oordeel van burgemeester en wet houders van overeenkomstig gewicht aangemerkte gronden niet terstond na de indiensttreding woonruimte kan vinden, kunnen burgemeester en wethouders gedurende ten hoogste de termijn, bedoeld in artikel 4, een tegemoetkoming in de reiskosten van en naar zijn vroonplaats verlenen. indien naar het oordcel van burgemeester en wethouders het dienstbelang het niet of niet langer gedoogt dat do belang hebbende hoen en weer reist, kan hij, indien hij gehuwd is, voor zover de dienst zulks toelaat eenmaal per weck zijn ge zin bezoeken, in welk geval hem de reiskosten naar de woon plaats van zijn gezin en terug worden vergoed zolang de termijn, bedoeld in artikel 4, nog niet verstreken is. Het bepaalde in dit lid is van overeenkomstige toepassing on de ongehuwde belanghebbende die kostwinner is van het gezin waartoe hij behoort, zulks onverminderd het bcnaalde in de leden 3 cn 4.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1974 | | pagina 761