gemeente Breda
]^iiiêéiiéMiÜÊéêÊÊÊÊMÊÉÊÊÊiÊk
t
bij bijlage nr. 189
De raad van de gemeente Breda;
gelet op artikel F 22 van het algemeen ambtenarenreglement;
gehoord de commissie voor gemeentelijk overleg in personeelszaken;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening studiefaciliteiten.
artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
"ambtenaar" degene op wie het Algemeen Ambtenarenreglement van
toepassing is.
artikel 2.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover het belang
van de dienst zulks toelaat, aan een ambtenaar op diens verzoek
een of meer van de in de volgende artikelen omschreven studiefaci
liteiten toekennen, indien:
a. met de studie, naar het oordeel van b. en w. direct of indirect
een gemeentelijk belang wordt gediend en
b. de opleiding door b. en w. deugdelijk wordt geoordeeld.
artikel 7>.
1Alvorens studiefaciliteiten te verlenen kunnen b. en w. - al dan
niet op verzoek van de ambtenaar - een gericht studie-advies in
winnen.
2, In bijzondere gevallen kunnen b. en w. in overleg met de ambte
naar eer. psychologisch onderzoek doen instellen.
artikel 4.
1De studiefaciliteiten worden verleend voor een door b. en w. bij
de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de nor
maal te achten duur van de studie.
B. en w. kunnen de in het vorige lid bedoelde termijn verlengen.
De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk
geval te zijn verstreken op de datum, waarop het dienstverband
van de ambtenaar met de gemeente eindigt.
;ikol 5.
2.
w
ar
1
Indien b. en w. op grond van door hen ingewonnen inlichtingen van
oordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende
studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn stu
die binnen de termijn als bedoeld in art. 4 te volbrengen, zijn
zij bevoegd de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijde
lijk - in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats,
indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of
onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden,
die niet aan hem zelf zijn te wijten.
2. De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die b. en w.
voor de toepassing van deze verordening nodig achten.
artikel 6.
De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, ia ver-