aan de raad der
gemeente Breda
(ilSf
BK/2/268'5
22-5-1974
Bijlage nr. 190
Preadvies van burgemeester en wet
houders inzake het beroep, namens
mevrouw E.M. Bervoets ingesteld
tegen een haar geweigerde vergunning
tot het exploiteren van een kamer-
verhuur inrichting in het pand Gir.ne-
kenweg 233-
Bij zijn brief van 12 maart 1974 komt J.C. Keur, Baronielaan 3C0,
alhier, als gemachtigde en in opdracht van XevrcuwE.M. Bervoets,
Sterreboo 253,alkies, "Dij "w raad in beroep tegen ons besluit van
6 februari 1974 nr. BX/9/6754, waarbij haar vergunning werd gewei
gerd tot het exploiteren van een kamerverhuurinriohting in het pand
Ginnekenweg 233, alhier. Bit besluit is op 13 februari 1974 aan haar
toegezonden.
Aangezien het beroepschrift binnen de daartoe in artikel 31, 2e lid,
var. de verordening op logeer- en/of kamerverhuurinriehtingen ge
stelde termijn bij Uw raad is ingediend, kan appellante in haar be
roep worden ontvangen.
In artikel 3 van die verordening is bepaald, dat het verboden is
zonder vergunning van ons college een logeer- en/of kamerverhuurin
riohting te exploiteren. Be verordening is niet van toepassing, in
dien aan minder dan 5 personen logies en/of ksmmerruimte voor bewe
ning pleegt te worden versohaft. Be onderhavige inrichting biedt
aan 20 personen kamerruimte.
Ingevolge artikel 5 dient ons college de vergunning te weigeren, o.a
als de inrichting niet voldoet aan de bij of krachtens bedoelde
verordening gestelde eisen, tenzij van de betreffende bepalingen ont
heffing is verleend.
Wij hebben de gevraagde vergunning geweigerd, omdat niet wordt vol
daan aar. het bepaalde in de artikelen 15, 16, 23, 24 en 25 var. de
verordening.
Artikel 15 heeft betrekking op was-, bad- en/of douchegelegenheden.
Baarin is o.a. bepaald, dat voor elk vijftiental personen, tot ver
blijf var. wie de inrichting strekt, een behoorlijke bad- en /of
douchegelegenheid voor gebruik beschikbaar moet zijn. Aan dit voor-